De juiste vermogenskeuze voor laadstations is afhankelijk van verschillende factoren:
1. Laadvraag:
Bepaal het vermogen van het laadstation op basis van de laadbehoeften van het voertuig. Typisch variëren residentiële laadstations van 7 kW tot 30 kW, terwijl commerciële laadstations de 60 kW overschrijden. De reguliere opties voor kleine auto's zijn 120 kW en 160 kW, terwijl grotere voertuigen zoals bussen en vrachtwagens mogelijk 240 kW of 320 kW nodig hebben.
2. Oplaadtijd:
Houd bij het selecteren van het vermogen van het laadstation rekening met de laadtijd. Centrales met een hoger vermogen kunnen elektrische voertuigen sneller opladen, waardoor de totale oplaadtijd wordt verkort.
3. Netcapaciteit:
Om overbelasting van het elektriciteitsnet te voorkomen, is het essentieel om rekening te houden met de capaciteit van het elektriciteitsnet. Zorg ervoor dat het gekozen laadstationvermogen binnen de capaciteitslimieten van het elektriciteitsnet ligt om overbelasting te voorkomen.
4. Kostenoverwegingen:
Voor residentieel gebruik is een laadpaal van 7 kW op 220V vaak voldoende, met lagere bijbehorende kosten. Gelijkstroom-snellaadstations vereisen doorgaans driefasige stroom van 380 V en hebben mogelijk een extra transformator nodig voor een hoger vermogen, wat resulteert in hogere kosten. Laadstations met een hoger vermogen hebben over het algemeen hogere prijzen, dus het is essentieel om rekening te houden met budgetbeperkingen.
Rekening houdend met deze factoren is een huishoudelijk laadstation met een vermogen tot 30 kW over het algemeen geschikt, omdat het aan de routinematige laadbehoeften kan voldoen zonder een overmatige netbelasting op te leggen. Voor hogere laadeisen of commercieel gebruik is het echter raadzaam om gelijkstroom-snellaadstations met een vermogen van 120 kW of hoger te installeren.